Brand bij bedrijf
Vice Versa in Oss

Een van de grootste branden
in de geschiedenis van de regio

Lees meer

Inhoudsopgave

 

 

 

 

 

 

 

 

Video

01

Brand Vice Versa in Oss

Interviews

02

Tijdlijn

03

 

Achtergrondartikel

04

Video Vice Versa

 

 

thumbnail video Vice Versa

Bekijk video

 

Interviews

 

 

 

Brand Vice Versa in Oss

Brandweer­centralist meldkamer

01

Bevelvoerders en Officier van Dienst

02

v.l.n.r. Niek van Boven, John Buuts en Rik Zwaans

Adviseur Crisisbeheersing bij Waterschap Aa en Maas

03

Wouter van Rossum - Waterschap Aa en Maas

 

Officier van Dienst – Bevolkingszorg

04

Dewi van den Heuvel

 

Geert Broens

Brandweercentralist meldkamer

 

De ontmoeting met Geert vindt plaats bij de ingang van de Meldkamer Oost-Brabant. Want waar kan je een meldkamercentralist beter spreken dan op de meldkamer zelf. “Dus jij bent de brandweer meldkamercentralist die dienst heeft gedraaid tijdens het incident Vice Versa in Oss?” Geert lacht, “Onder andere ik ja, maar met mij hebben nog meer collega’s diensten gedraaid tijdens dit incident. Ik zal er binnen alles over vertellen.”

 

Even voorstellen

We nemen plaats hoog in het gebouw, de verdieping boven waar alle 112-meldingen van Oost-Brabant binnenkomen. Wie is de persoon die de brandweer 112-meldingen aanneemt en tijdens het incident Vice Versa een grote rol heeft gehad op de meldkamer? “Mijn naam is Geert Broens, 56 jaar oud en ik werk inmiddels 24 jaar op de meldkamer. Ik werk 36 uur per week, 27 uur als brandweercentralist en 9 uur als CaCo (calamiteiten coördinator). Tijdens de brand bij Vice Versa heb ik drie diensten gedraaid; op vrijdag, zondag en maandag.”

Een bijzonder incident

Voor Oss was deze brand de grootste in vijftig jaar, maar hoe zit dat voor onze meldkamercentralisten? “In de 24 jaar die ik hier werk, is dit een incident dat je bij blijft. Dit incident is een bijzondere en vergeet je nooit meer. Een brand die zo lang duurt en complex is, is bijzonder in onze regio. Voor zowel de operationele collega’s op locatie als voor de brandweercentralisten op de meldkamer.”

 

 

“Dit incident vergeet je nooit meer. Een brand die zo lang duurt en complex is, is bijzonder in onze regio.”

 

Overdracht

“De brand begon ’s ochtends vroeg op vrijdag 3 mei, toen mijn collega aan het werk was. Ik had de avonddienst die begint om 14.30 uur. Tijdens de dienstwisseling is er altijd een overdracht van circa vijftien minuten om bijzonderheden of lopende incidenten over te dragen. Op het moment van de overdracht was deze brand nog niet geëscaleerd. Er werd mij verteld hoe de situatie was, welke posten zijn uitgerukt, welk materieel en welke voertuigen op plaats incident waren en welke specialismes en voertuigen van buiten onze regio ter plaatse waren. Ook waren er al drie scenario’s voorbereid, want we hadden op dat moment nog geen idee hoe de brand zich zou ontwikkelen.” Als het onvoorspelbaar is hoe een brand zich ontwikkeld, wordt er gekeken naar mogelijk scenario’s. Bij deze brand waren de drie scenario’s dat, 1. De brand zich alleen tot de brandhaard, de kern, zou behouden en ze deze konden blussen. Het tweede scenario was dat stoplijnen worden voorbereid en ze proberen de brand daar te stoppen. En het derde, het slechtste, scenario was dat heel het bedrijf zou afbranden waarbij omliggende (bedrijfs)panden bespaard zouden blijven.

Mijn rol

“Aan het begin van mijn dienst op vrijdagmiddag werd afgesproken dat ik puur op dit incident zou zitten. Dat betekent dat mijn collega’s de inkomende 112-meldingen opnamen en afhandelden en ik vooral veel contact had met de coördinator logistiek die ter plekke aanwezig was.” Gedurende de dienst van Geert werd het steeds duidelijker dat ze gingen koersen op het slechtste scenario. “Dan houd je rekening met opschalen. Dat betekent extra pelotons aan voertuigen en eenheden, andere specialismes ook uit andere regio’s, aflossingen van eenheden, wat moeten we naar wie communiceren enzovoorts. Op de meldkamer kijk je altijd minstens één stap vooruit en dat doe je eigenlijk al vanaf de eerste melding die binnenkomt. Anticiperen is een belangrijk onderdeel van ons werk.” Ondertussen blijven andere 112-meldingen binnenkomen, zoals brandmeldingen, reanimaties en (materiële) hulpverlening.

Geert Broens

“Uiteindelijk zijn sommige posten wel vier keer opgeroepen in 82 uur tijd.”

Aflossen

De tijd tikt door, de brand wordt feller en blijft zich uitbreiden, maar brandweercollega’s in het veld worden ook moe. “Dan komt er het moment dat posten moeten worden afgelost. Sommigen stonden er al zeker acht uur. Rond de klok van 18.30 uur breidde de brand zich uit en dan moet je fitte en gefocuste brandweermensen in het veld hebben staan. Dit was het moment dat we grootschalig gingen aflossen. Bij de aflossing horen niet alleen repressieve brandweermensen, maar ook de operationele leiding, officieren van diensten, meetploegen enzovoorts. Alleen moet je beseffen dat dit één incident in onze regio is, er gebeuren tegelijkertijd ook andere dingen waarbij de brandweer moeten worden ingezet. Dus er wordt ook tactisch en strategisch gekeken naar welke posten kunnen we tegelijkertijd in Oss hebben, zodat andere gebieden ook paraat kunnen zijn als er ergens anders iets gebeurd.” Daarbij was het weekend én meivakantie. “Uiteindelijk zijn sommige posten wel vier keer opgeroepen in 82 uur tijd. Naast brandweermensen werden er ook andere expertises opgeroepen zoals meetploegen die meten of er giftige of gevaarlijke stoffen in de rook zitten die zich verspreid over een groot gebied en werd er extra materieel ingezet, zoals tankautospuiten, redvoertuigen en hoogwerkers. Je moet constant schakelen en alert blijven.”

Andere meldkamers waren op de hoogte

Als je hulp nodig hebt van andere regio’s, schakel je als meldkamercentralist met een andere meldkamer. Zo hebben wij de meldkamers in Rotterdam, Apeldoorn en Bergen op Zoom ingelicht en hen erop voorbereid dat de kans groot is dat we hulp van hen nodig hebben, zowel mensen en materieel.

Hulp van ‘buitenaf’

Brandweer Brabant-Noord heeft 38 brandweerposten. “Op een gegeven moment kwamen we op het punt dat we hulp van andere regio’s nodig hadden. Ook om het materieel in onze regio paraat te hebben staan voor andere uitrukken. Maar daarbij moet je ook rekening houden dat mensen en materieel van steeds verder weg komen. Dus als er nú een extra hoogwerker nodig is, heeft die misschien wel een uur aanrijtijd nodig. Daar moet je bedacht op zijn. Binnen onze regio hebben veel collega’s ook meerdere nevenfuncties. Dus als een collega is ingezet als leider CoPI (Commando Plaats Incident) en hij of zij is daarnaast ook taakcommandant, maar die wordt afgelost en er is tegelijkertijd een nieuwe taakcommandant nodig, kan je deze collega niet vragen. Ook voor menselijke taken hebben we dus collega’s van buiten onze regio moeten vragen.”

NL-Alert

GRIP 2

Op vrijdag om 13:18 uur is de situatie opgeschaald naar GRIP 1. Bij een grote ramp of crisis hebben we meer mensen nodig om hulp te bieden. Dan gaan we naar een zogeten GRIP-situatie. GRIP staat voor Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure. Er zijn vijf GRIP-niveaus. Als veiligheidsregio regel je mensen, middelen en zorg je voor de juiste samenwerking. Bij GRIP 1 werken verschillende hulpdiensten samen op de plek van het incident. “Op het moment dat ik dienst had, was dit incident al opgeschaald naar GRIP 1. En tijdens mijn dienst schaalden we op naar GRIP-2.” Bij GRIP-2 gaat er een ROT (Regionaal Operationeel Team) aan de slag om het incident te leiden waar het CoPI behoefte aan heeft. “Dan regel ik, samen met collega’s, dat er een ROT wordt opgestart op de benedenverdieping van de meldkamer. Deze brand zorgde voor veel rookontwikkeling dat in de wijde omgeving te zien was, daarbij kwamen er ook veel roetdelen vrij die zich verspreidden. Maar ook vervuild bluswater dat een open kanaal instroomt. Dan krijg je dus een groter effectgebied dat verder gaat dan alleen onze regio, in dit geval regio Gelderland-Zuid. De mensen in zo’n crisisteam moet je dan vanaf de meldkamer oproepen.”

Brandweermensen aan het werk bij Vice Versa in Oss

Het ene na het andere telefoontje

“Wat indruk op mij maakte tijdens dit incident waren de hoeveelheid telefoontjes die ik binnenkreeg vanuit het veld. Ik hing de telefoon op en ik werd direct weer gebeld met een verzoek om bijvoorbeeld een extra tankautospuit of grootwatertransport te regelen. Op een gegeven moment heb ik moeten zeggen dat de hoogwerkers bijvoorbeeld ‘op’ zijn of dat we geen extra Officieren van Dienst hebben die we kunnen oproepen, omdat die net afgelost waren. In het veld werd dat op het moment zelf niet goed begrepen ‘hoe kan dat nou?’ kreeg ik terug. Ja, dan is het zo simpel als dat ik het zeg: we hebben niet meer, kunnen nú niet leveren.” Hierbij speelt ook mee dat het meivakantietijd was, maar uiteindelijk heeft de meldkamer alles kunnen leveren waar om gevraagd werd met hulp van buurregio’s.

Evaluatie

De grootte van dit incident komt niet vaak voor binnen onze regio, maar je moet voorbereid zijn op dat dit wel vaker voor kan komen. Daarom worden dit soort incidenten individueel geëvalueerd, organisatie breed maar ook apart op de meldkamer. “Tijdens dit incident hebben twaalf brandweermeldkamercentralisten van onze meldkamer voor deze brand in Oss gewerkt. Ik durf te zeggen dat het werk op de meldkamer van begin tot eind goed verlopen is. We zijn niet tegen grote strubbelingen aangelopen en er werd onderling, ook vanuit het veld, goed met de meldkamer gecommuniceerd. Ondanks dat het (samen)werken goed ging, vond ik het wel belangrijk om leerpunten eruit te halen. Er kunnen altijd dingen beter of efficiënter, zowel op menselijk gebied als op technisch gebied. Twaalf centralisten hebben de evaluatie ingevuld en daar hebben we hoogtepunten uitgehaald, verbeteringen worden aangepast in de protocollen, in onze werkwijzen en in de systemen mits mogelijk.” Geert heeft tijdens zijn diensten gedurende dit incident veel contact gehad met de coördinator logistiek. “Ik werk al jaren met hem samen, maar we zeiden tegen elkaar dat we nog nooit zo’n groot en langdurig incident ‘samen’ hebben gedraaid. Ik vertelde hem dat ik thuis nog minder boodschappen doorkrijg dan toen ik hem aan de telefoon had. Hij moest lachen, maar beaamde dat hij alles heeft gekregen waar hij om vroeg.”

v.l.n.r. Niek van Boven, John Buuts en Rik Zwaans

 

John Buuts, Rik Zwaans en Niek van Boven

Brandweer Brabant-Noord

 

 

Het is 3 mei als er om 04.29 uur een melding binnenkomt bij de Meldkamer Oost-Brabant. Brandweer Berghem wordt als eerst gealarmeerd met John Buuts als bevelvoerder. Enkele minuten later wordt Officier van Dienst (OvD) Rik Zwaans opgeroepen en ook bevelvoerder Niek van Boven met zijn ploeg van brandweer Oss. Zij komen als eerste aan op plaats incident. Niemand heeft dan ook nog maar het kleinste vermoeden dat deze brand zich uitbreidt tot een van de grootste branden in onze regio.

 

Even voorstellen

Rik Zwaans (33) zit al 15 jaar bij de vrijwillige brandweer in Schaijk waarvan vijf jaar als postcommandant en één jaar als OvD voor de regio. John Buuts (46) moet even nadenken. “Ik heb het laatst nog opgezocht. Ik zit nu tien jaar bij brandweer Berghem, zes jaar als bevelvoerder en één jaar als chauffeur.” Niek van Boven (45) vertelt dat hij al 23 jaar vrijwilliger is bij brandweer Oss. “Al bijna mijn halve leven.” Verder werkt Niek 18 jaar als bevelvoerder bij brandweer Oss en acht jaar als OvD voor de regio.

 

Bevelvoerder

De bevelvoerder heeft bij het incident de leiding over de manschappen van de tankautospuit (brandweerwagen) en van ondersteunende voertuigen die aan de tankautospuit zijn gekoppeld. De bevelvoerder is verantwoordelijk voor de bestrijding van het incident en de opschaling.

OvD (Officier van Dienst)

De OvD komt in dienst als er meerdere brandweerposten aanwezig zijn bij een incident. De OvD is dan eindverantwoordelijk voor de bestrijding van het incident. Hij/zij stelt een inzetplan op, bepaalt voor welk deel van het incident de verschillende brandweereenheden verantwoordelijk zijn en draagt zorg voor de communicatie tussen de eenheden en de meldkamer.

HOvD (Hoofdofficier van Dienst)

Een HoVD kan twee rollen hebben, beide rollen zijn ingezet bij dit incident. De ene rol is dat de HOvD mono (opschaling binnen de brandweer) verantwoordelijk is voor het inzetten van meerdere brandweerpelotons (per peloton heb je dan een OvD met vier tankautospuiten). In de andere rol is de HOvD ook leider CoPI en is daarmee voorzitter van een overleg tussen alle hulpdiensten op plaats incident.

 

Als eerst ter plaatse

Brandweer Berghem werd vrijdagochtend om 04.29 uur gealarmeerd: Brand Industrie Kanaalstraat Oss. Daarbij werd als eerste de tankautospuit van Berghem gealarmeerd. Deze rukt altijd uit met een bevelvoerder, in dit geval John: “Enkele minuten later, toen wij met de tankautospuit onderweg waren naar het incident, werd door de meldkamer om 04.32 uur opgeschaald naar middelbrand. Terwijl wij de tankautospuit uitstapten, kwam Rik als OvD aangereden.” Bij opschaling naar middelbrand wordt ook altijd een OvD opgeroepen.

John: “Toen we aankwamen bij Vice Versa zag je aan de buitenkant nog niks. Geen rook en geen vuur. We zagen alleen een gigantisch groot bedrijfspand. We verdeelden onderling de taken en wilden op verkenning.” De melder van de brand was een technisch medewerker van het bedrijf en gaf bij het doen van de 112-melding aan dat het binnen zou branden. Hij stond de brandweer op te wachten en hij kon hen voorzien van informatie en sleutels om het pand binnen te gaan. “De informatie die hij ons gaf was heel nuttig. Hij vertelde hoe het pand er van binnen uitzag en waar hij dacht de brand ongeveer ‘moest’ zitten. We gingen naar binnen om de brand te lokaliseren.”

Toen brandweer Berghem de grote koelcel binnentrad, zagen ze geen hand voor ogen. “Er was zo veel rook. Ik hoorde al dat het zicht circa 30 centimeter was. Je moet je voorstellen: een ruimte van 2.500m2 groot. Metershoge stellingen, allemaal dicht tegen elkaar gezet. En -20 graden Celsius. Ik zag dat er al dozen uit stellingen waren gevallen en dat er spullen op de grond lagen. Daaraan kon je zien dat de brand al een tijdje bezig was. De combinatie van geen hand voor ogen zien en het risico op omvallende stellingen, maakte het te gevaarlijk om naar binnen te gaan om de exacte plek van de brandhaard te achterhalen.” John beslist op dat moment om zijn ploeg niet verder naar binnen te laten gaan, maar eerst buiten een plan te maken. Vanaf de deuropening is de brandweer met een warmtebeeldcamera naar binnen gegaan in een ruimte zo groot als een voetbalveld dat helemaal vol staat met stellingen van 10 tot 15 meter hoog, in de hoop de brand te kunnen lokaliseren. Het voelt als zoeken naar een speld in een hooiberg. De warmtebeeldcamera gaf een vertekend beeld door de temperaturen van -20 graden Celsius binnen. Dus hoopten ze via een andere ingang beter zicht te hebben op de brandhaard.

Brandweer Brabant-Noord gaat pand Vice Versa binnena

Verkenning

Rik gaf Niek de opdracht om aan de andere kant van het pand te kijken. Niek: “We hadden op dat moment helaas maar één toegang tot de vriescel, dus gingen we op zoek naar een andere toegang. We vonden buiten een smal pad dat liep tussen het pand van Vice Versa en een ander bedrijfspand. Uiteindelijk kwam deze route uit op dezelfde toegang als waar post Berghem naar binnen is gegaan. Echter konden we op deze wijze gemakkelijker met twee ploegen naar binnen.”

Brandweermensen aan het werk bij Vice Versa in Oss

Met een droge straal naar binnen

Rik: “Als je in ‘normale’ omstandigheden, met normale temperaturen, een brand blust dan doe je dat met een met water gevulde straal. Dan zit het water al in de slang en komt het er met een hoge druk uit. Omdat hier de temperatuur -20 graden Celsius was, zou deze slang na een tijdje bevriezen. Daarom zijn we bij Vice Versa met een droge straal naar binnen gegaan. Dat betekent dat in de slang nog geen water zit, omdat dit anders bevriest. Hier komt pas water in zodra je begint met spuiten, dus dan heb je continu stromend water. En stromend water bevriest niet. Maar als je water in een koelcel spuit, bevriest het wel en dat maakt de ondergrond spekglad én dus gevaarlijk.” Een extra uitdaging tijdens dit incident. John: “Toen ik mijn ademluchtfles moest verwisselen omdat het zuurstof op was, kreeg ik de ademluchtfles heel moeilijk los van mijn harnas, omdat die er aan vastgevroren zat. Ik heb er nog een paar dagen spierpijn van gehad.”

We gaan niet verder naar binnen

Het was zo’n complexe situatie met een nog complexer pand, dat je de situatie het best kan beoordelen als je het zelf hebt gezien. Met die reden en om een doordachte keuze te maken op de vervolgstap, is Rik ook naar binnen gegaan. Door het beperkte zicht in combinatie met de grootte van het pand, de onduidelijke locatie van de brand en de grote stellingen was het voor iedereen duidelijk: we gaan niet verder naar binnen.

“De combinatie van geen hand voor ogen zien en het risico op omvallende stellingen, maakte het te gevaarlijk om naar binnen te gaan om de exacte plek van de brandhaard te achterhalen.”

John Buuts - Bevelvoerder

John Buuts - bevelvoerder brandweer Berghem

Ruimte ventileren

Niek: “We hebben samen met de OvD de situatie besproken en ervoor gekozen om de ruimte gecontroleerd te ventileren met eigen standaard ventilatoren, zodat we een zogeheten onderdruk konden creëren. Hierbij hoopten we dat de rook het pand zou verlaten en wij binnen meer zicht kregen om de brandhaard te lokaliseren. Natuurlijk hebben we ook bedacht om het pand dicht te houden, zodat er uiteindelijk geen zuurstof meer bij de brand kwam. Zonder zuurstof kan een brand niet branden, maar het pand was zó groot, dat de inschatting was dat er zo veel zuurstof aanwezig was dat de brand zich zou kunnen onderhouden en verder kunnen gaan ontwikkelen. Mocht ventileren niet helpen, hadden we met de HOvD-B al een escalatiescenario uitgedacht.”

OvD Rik Zwaans

“Mensen denken dat het in een koelcel met -20 graden Celsius niet kan branden. Maar vuur kan zomaar 800 tot 1000 graden Celsius zijn, daar is -20 graden Celsius niks bij.”

Rik Zwaans - Officier van Dienst

Big Fan

Big-Fan

Intussen was de Big-Fan uit Breda ook gealarmeerd. Dit is een grote ventilator die bijvoorbeeld ook wordt gebruikt om nepsneeuw de skipistes op te blazen. Toen de Big-Fan werd ingezet, werd er binnen een uur meer zicht gecreëerd. Deze ventilator blaast zó hard en het pand is zó groot, dat heel de straat buiten vol stond van de rook. Rik: “Mensen denken dat het in een koelcel met -20 graden Celsius niet kan branden. Maar vuur kan zomaar 800 tot 1000 graden Celsius zijn, daar is -20 graden Celsius niks bij. Zo kan vuur, zelfs in een koelcel als bij Vice Versa verder branden en uitbreiden.” Daarbij lag de ruimte vol met brood, vlees en kartonnen dozen. De brand had genoeg te verbranden (brandstof). Rik: “Toen er meer zicht was, zijn we opnieuw met de warmtebeeldcamera naar binnen gegaan, maar we konden de brand nog steeds niet lokaliseren”. Het risico van vallende stelling werd nog steeds als reëel ingeschat. Je kunt met dat risico niet vijftig meter het pand inlopen met een brandslang om te blussen. Dat is nog steeds te gevaarlijk.”

Er werd al vrij snel opgeschaald naar grote brand, waardoor er ook een hoogwerker ter plaatse kwam waarmee de brandweer op het dak van het pand kon kijken.

Brand Oss zonnepanelen op het dak

Veranderende situatie

John: “Tijdens een overleg begon het in het pand te rommelen. Ik heb Rik gewaarschuwd over de situatie. Rik heeft de ventilator uit laten zetten en is naar binnen gegaan en ik heb de deuren van het pand gesloten.” Toen Rik binnen was, hoorde hij een doffe klap. Rik: “Ik vermoed dat dat grote dozen zijn geweest die in de stellingen lagen. Toen hebben we besloten om anti-ventilatie toe te passen, dus alle zuurstof toevoer moest dicht.” Buiten hebben de mannen een plan gemaakt. Niek: “We bespraken hoe we de situatie binnen konden monitoren en of we vanaf buiten konden blussen. We hebben besloten om een luikje hoog in de zijwand van het pand te maken, zodat we over de stellingen van 11 meter konden kijken. Als we dan de brandhaard konden zien, konden we met een groot water kanon vanaf de hoogwerker de brand blussen.”

Rik: “Wat we zagen door het luikje heen, was nog steeds ontzettend veel rook. We zijn ook met de hoogwerker richting het dak van het pand gegaan. Daar zagen we dat de zonnepanelen al vervormd waren en het dak al aan het bobbelen was door de hitte. Hierdoor was het dak op gaan ook geen optie.” Dan wordt langzaam maar zeker duidelijk dat de brand onbeheersbaar dreigt te worden, als blijkt dat de brand zich uitbreid naar de wanden en het dak van het pand.

Rik: “Ik heb met de dienstdoende HOvD ook het scenario besproken. Wat als we het pand niet kunnen redden? Tot waar kan je de brand houden? Dan wordt de stoplijn mogelijk bij de buren, wat betekent dat heel het pand van Vice Versa verloren zou gaan. Toen dit scenario uiteindelijk werkelijkheid werd, waren John, Niek en ik al afgelost door onze collega’s.”

Overdracht en aflossing

Intussen zijn de mensen vanaf het eerste uur al zo’n zeven uur aan het werk. Een incident als dit vraagt om een zorgvuldige overdracht en goede aflossing. Niek: “Samen met John en Rik hebben we de overdracht gedaan naar de nieuwe ploegen die ons kwamen aflossen. We hebben goed uitgelegd wat we aantroffen toen we aankwamen, wat we tot nu toe hebben gedaan, waar we tegenaan zijn gelopen, waar onze onzekerheden zitten, welke scenario’s we hebben uitgetekend en wat het plan verder is. Vanaf dit punt, rond 11:00 uur op vrijdag 3 mei, zijn wij naar huis gegaan.”

Niek van Boven - Bevelvoerder

“Mij blijft het meest bij dat we gewoon urenlang het beeld hebben gehad dat de brand zich niet aan het ontwikkelen was.”

Niek van Boven - Bevelvoerder

Vervolg van het incident in een notendop

Vanwege de complexiteit van het incident en de verwachte lange inzetduur van de brandweereenheden werd op vrijdag 3 mei om 10:30 uur opgeschaald naar zeer grote brand. Later op de dag gaat de focus ook naar het beschermen van de omgeving, zoals de naastgelegen panden. Een klein half uur later wordt GRIP 1 afgekondigd.

De brand ontwikkelde zich snel en het bleef onverantwoord voor de brandweer om naar binnen te gaan. Vanuit Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond sluit het team Digitale Verkenning aan met een blusrobot. De blusrobot kan binnen blussen, zonder dat brandweerpersoneel het pand binnen hoeft te gaan. De brand wordt zo groot dat er bluswater uit de binnenhaven in Oss gehaald moet worden met grootwatertransportvoertuigen.

Na ongeveer dertien uur na het ontstaan van de brand, zakt dan toch het dak naar beneden. Hierdoor kan zuurstof in grote hoeveelheid bij de brandhaard komen. In korte tijd ontstaat er een enorme uitslaande brand met rookwolken die tot tientallen kilometers verderop te zien zijn.

In de middag heeft de brandweer moeten melden aan de bedrijfseigenaren dat het niet gelukt is de brand uit te krijgen en dat heel het pand verloren zou gaan.

GRIP 2

Vrijdagavond 3 mei om 21:47 uur wordt er opgeschaald naar GRIP 2, omdat de impact van het incident buiten de regiogrenzen gaat en omdat er inzet nodig is van hulpdiensten van buiten de regio. Er is gekozen om de brand gecontroleerd uit te laten branden, waarbij de grootste focus ligt op het besparen van de naast gelegen panden. Dit duurt dagen, maar het is de brandweer gelukt en de naastgelegen panden hebben geen schade opgelopen. Op maandagmiddag 6 mei geeft na 82 uur en 13 minuten de dienstdoende OvD het sein brandmeester.

Wat blijft jullie het meest bij van dit incident?

Ze hoeven alle drie niet heel lang na te denken. Rik: “Wat ik het meest bijzondere aan dit incident vond was de omvang. Het was zo immens groot. Eerder in het incident ben ik door de hallen en het kantoor gelopen, dat waren erg grote ruimtes. Als in een andere situatie alleen al deze ruimtes in brand zouden staan, was het al een groot incident. Maar nu je het geheel zag van dit pand, waren deze ruimtes maar klein in vergelijking met het totale complex.”

Niek hoeft ook niet lang na te denken. “Voor mij blijft het meest bij dat we, met alle professionals die op dat moment aan het werk waren, gewoon urenlang het beeld hebben gehad dat de brand zich niet aan het ontwikkelen was. Dat vind ik persoonlijk het meest bijzondere tijdens deze fase.” Rik en John knikken.

Rik voegt daar nog aan toe: “Ook het besef dat je op vrijdag ’s ochtends heel vroeg aankomt als eerst, en daar zaterdagmiddag dan weer voor de derde keer bent. Dat je dan nog weet waar het begon en wat er toen nog stond en als je dan ziet hoe het er zaterdagmiddag uitziet. Dat is ook heel verdrietig om te zien.”

John vertelt: “Ik vind het verschrikkelijk voor de bedrijfseigenaren van Vice Versa dat we hun pand niet hebben kunnen redden. Wel ben ik trots op al mijn collega’s. We hebben met elkaar zo veel uren hard werk verricht.”

Door het harde werk van onze collega’s is voorkomen dat de brand over is geslagen naar omliggende panden. 

v.l.n.r. Niek van Boven, John Buuts en Rik Zwaans

Wat is GRIP?

Bij grote of complexe incidenten moeten hulpverleningsdiensten (brandweer, politie, geneeskundige zorg en bevolkingszorg) snel kunnen omschakelen naar het samenwerken met elkaar en externe partners die bij het incident betrokken zijn.

Om dit gestructureerd te laten verlopen, is de zogenoemde GRIP (Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure)-structuur ontwikkeld. Daarin wordt beschreven wanneer de crisisteams bij elkaar komen en hoe deze onderling samenwerken. Afhankelijk van de omvang van een incident, wordt er besloten naar welk GRIP-niveau er wordt opgeschaald (GRIP-1 tot en met GRIP-5).

GRIP 1

Als GRIP 1 wordt afgekondigd, zijn er bij de bestrijding van een incident meerdere disciplines betrokken en is er op de plaats van het incident structurele coördinatie tussen de hulpverleningsdiensten nodig is. In de directe nabijheid van het incident wordt dan een CoPI (Commando Plaats Incident) ingericht. Dit is een mobiele vergaderruimte met de benodigde faciliteiten die door de brandweer ter plaatse wordt gebracht.

Wouter van Rossum - Waterschap Aa en Maas

 

Wouter van Rossum

Adviseur Crisisbeheersing bij waterschap Aa en Maas

 

 

 

Om het incident bij bedrijf Vice Versa in Oss te coördineren, werd een crisisteam (CoPI) opgericht. Dit crisisteam bestond uit vertegenwoordigers van onder andere de brandweer, politie, gemeente, Rijkswaterstaat en het waterschap.

Het waterschap had zelf ook een crisisteam (WRT) ingericht. Vanuit het waterschap maakte Wouter van Rossum (40) deel uit van dit crisisteam van het waterschap. Wouter werkt als adviseur crisisbeheersing bij waterschap Aa en Maas.

 

Wat is het waterschap?

Een waterschap is een overheidsorganisatie, net zoals provincies en gemeenten. Een waterschap draagt zorg voor het waterbeheer in een bepaald gebied. Het heeft een aantal belangrijke taken: zorgen voor veilig, voldoende en schoon water. Nederland telt 21 waterschappen, waarvan Aa en Maas er één is.

 

Een goede waterkwaliteit is van levensbelang voor mensen, dieren en planten. Dat komt bij dit soort branden in het gedrang.

Rol van het waterschap bij dit incident

Het waterschap heeft vaste afspraken gemaakt met de veiligheidsregio, waaronder voor welk type incidenten het waterschap wordt gealarmeerd. “In dit geval was dat omdat er werd opgeschaald naar ‘grote brand’. Onze collega’s komen ter plaatse om de impact voor het waterschap te beoordelen.”

Bij een brand zoals bij Vice Versa komt ‘het zorgen voor schoon water’ in gedrang. “Bij een brand van zo’n omvang wordt een enorme hoeveelheid bluswater gebruikt. Dat bluswater moet ergens naar toe. Voor een deel blijft dat staan op het terrein van het bedrijf, een deel trekt de bodem in en daarnaast stroomt een deel af naar naastgelegen sloten of beken. Ook loopt een aanzienlijk deel van het bluswater de riolering in.” Het waterschap zorgt er voor dat het effect van dit bluswater in sloten of beken zoveel mogelijk wordt beperkt. 

Vervuild bluswater brand Vice Versa in Oss

Vervuild bluswater in de haven in Oss

“Het bluswater dat afstroomt richting sloten of beken, of in dit geval naar de Osse haven, is geen schoon water maar vaak vervuild. Dat komt omdat er bij een brand allerlei (giftige) stoffen vrijkomen, die zich mengen met het bluswater. Dit vervuilde bluswater is van invloed op de kwaliteit van het water en dus ook op het waterleven.” Denk aan planten en dieren die daarin leven. Maar zo’n verontreiniging heeft ook effect op mensen die recreëren aan of in het water of voor boeren die hun vee daaruit laten drinken.

Wouter van Rossum - Waterschap Aa en Maas

“Dit incident was voor ons nog niet onder controle op het moment dat de brand geblust was.”

Riool

Het riool

Naast dat er vervuild bluswater afstroomt naar de haven en nabijgelegen sloten, loopt er ook een deel van dat bluswater via de straatkolken het riool in. Vanuit dat riool wordt normaal gesproken het afvalwater van bedrijven en inwoners in een bepaalde regio verpompt naar een rioolwaterzuivering. “In dit geval gaat dat om onze rioolwaterzuivering in Oijen. Daar wordt het afvalwater schoongemaakt en vervolgens teruggezet op de sloot aan de achterkant van de zuivering. Dit hoeven we als waterschappers gelukkig niet zelf te doen, maar daarvoor hebben we miljoenen bacteriën in onze zuivering die dat water voor ons schoonmaken”. Op het moment dat vervuild bluswater de zuivering binnenkomt, kan dit de werking van de zuivering bedreigen. “Dat komt doordat de bacteriën daar niet tegen kunnen en doodgaan. Met als gevolg dat je het afvalwater van de gehele gemeente Oss niet meer kan schoonmaken, dat vervolgens door de zuivering gaat en ongezuiverd de zuivering weer verlaat. Met als risico dat dit ernstige gevolgen heeft voor het waterleven. Kortom, bij een brand als deze zie je dat de impact zich niet alleen beperkt tot de locatie van de brand, maar dat er ook elders in het gebied problemen kunnen ontstaan als gevolg van zo’n brand.”

Impact beperken

“Ons doel bij de bestrijding van zo’n incident is om de impact voor het waterleven zoveel mogelijk te beperken. Dat doen we door zo snel mogelijk maatregelen te treffen die ervoor moeten zorgen dat het gebied dat er last van heeft zo klein mogelijk blijft.” Het waterschap doet dit op verschillende manieren. Denk daarbij aan het afdammen van sloten of beken om verdere verspreiding van vervuild water te voorkomen. “Of in het geval dat er bluswater in het riool zit zo snel mogelijk de rioolgemalen uit te zetten. Op die manier wordt dat water in het riool niet verder verpompt richting de zuivering.”

De gemeente is een belangrijke partner

Om de gevolgen van de verspreiding van vervuild bluswater te voorkomen, moeten waterschap en gemeente samen optrekken. “De gemeente is de beheerder van het gemeentelijke rioolstelsel en zij hebben ook rioolgemalen die zij zelf bedienen. Een aantal leidingen transporteren ook water onder vrij verval, daar komt dus geen gemaal aan te pas. In zo’n situatie kiezen we er bijvoorbeeld voor om een ballon in zo’n leiding te plaatsen. Ook weer met als doel om het vervuilde water zoveel mogelijk op de plaats van het incident te houden, en het gebied dat problemen kan krijgen zo klein mogelijk. Uiteindelijk moet op basis van metingen bekeken worden hoe erg het water vervuild is en wat daar vervolgens mee moet gebeuren. In sommige gevallen kunnen wij dit verwerken op onze zuivering, maar in veel gevallen ook niet. Dan moet de gemeente als beheerder van het rioolstelsel er voor zorgen dat water dat in het riool is opgeslagen eruit gezogen wordt en wordt afgevoerd naar een externe afvalverwerker.”

Brandweer en waterschap Aa en Maas

Intensief contact met de brandweer

Naast de gemeente, is de brandweer ook een belangrijke samenwerkingspartner voor het waterschap. “We hebben bij dit soort branden ook intensief contact met de brandweer. De hoeveelheid bluswater die de brandweer gebruikt, heeft namelijk direct invloed op de problemen die we als waterschap op ons afkrijgen. In zo’n geval bespreken alle betrokken partijen hun dilemma’s en belangen met elkaar en maak je samen een afweging om belangrijke keuzes te maken. Met als uiteindelijk doel de overlast en schade voor de samenleving zo beperkt mogelijk te houden.”

Waterkwaliteit

Afschaling

“Wij zijn op 13 mei, 10 dagen na het uitbreken van de brand, pas afgeschaald omdat de situatie toen voor ons als waterschap pas beheersbaar was. Dit incident was voor ons namelijk nog niet onder controle op het moment dat de brand geblust was. In afstemming met de gemeente moet bekeken worden hoe en wanneer het gehele rioolstelsel weer in normaal bedrijf kan worden genomen en moet worden beoordeeld hoe en wanneer de genomen maatregelen in sloten en beken weer opgeheven kunnen worden. Daarbij komen ook nog juridische en financiële aspecten om de hoek kijken. De afwikkeling daarvan kan maanden en soms zelfs jaren duren.”

Dewi van den Heuvel

 

Dewi van den Heuvel

Officier van Dienst Bevolkingszorg

 

 

Bij het incident Vice Versa in Oss kwamen naast de brandweer meer partners van de veiligheidsregio in actie. Dewi van den Heuvel (31) werkt sinds drie jaar voor de gemeente Heusden als Veiligheidscoördinator. Daarnaast is ze iets langer dan twee jaar actief als Officier van Dienst Bevolkingszorg (OvD-BZ). Deze rol vervulde ze bij Vice Versa. “Dit incident is zeker de langste inzet die ik ooit gedraaid heb, maar ook een met een verloop die ik aan het begin van mijn dienst niet voorspeld had.”

 

Wat is Bevolkingszorg?

Gemeenten voeren taken uit bij de bestrijding van rampen en crises. Bij een ramp of crisis komt het team Bevolkingszorg in actie om deze taken uit te voeren. Tijdens dit incident moest Dewi aan zet, omdat de situatie was opgeschaald naar GRIP 1. In regio Brabant-Noord komt er bij GRIP 1 een crisisteam bij elkaar waar de OvD-BZ ook deel van uitmaakt.

Piketweek

“Als OvD-BZ zit je met meerdere OvD-BZ’en in een pool en draai je hard piket. Hard piket betekent dat als je wordt opgeroepen, je aan het werk moet. Een piketweek duurt bij ons van maandagochtend 8.30 uur tot maandagochtend de week erop 8.30 uur, een hele week dus. Tijdens het incident Vice Versa had ik ‘het geluk’ om dienst te hebben.”

 

“Je wilt alles meemaken, regelen en over alles meebeslissen. Maar dat is onverantwoord en niet reëel.”

Rol als OvD-BZ binnen dit incident

“Goh, dat waren er best veel.” Het is even stil en Dewi kijkt denkend. “Ik denk dat dit incident, naast een brandweerinzet uiteraard, ook een groot incident was voor Bevolkingszorg. Zo ben je bezig met de evacuatie en opvang van omwonenden, regel je afzetting van plaats incident, verkeersregelaars, informeer je de burgemeester, organiseer je een informatiebijeenkomst voor getroffenen, geef je advies aan het regionaal operationeel team, breng je het bron- en effectgebied in kaart, adviseer, informeer en waarschuw je kwetsbare objecten in het bron- en effectgebied, regel je de afvoer van slooponderdelen van het pand en draag je zorg voor de getroffenen.”

Opgepiept voor wegafzetting

De eerste 112-melding kwam vrijdagochtend 3 mei om 4.28 uur binnen bij de brandweercentralist op de meldkamer. Hoe de brand zich de eerste uren ontwikkelde, stond nog in het niets met hoe de brand uiteindelijk escaleerde. “Ik werd denk ik pas rond 10.00 uur vrijdagochtend gebeld door de meldkamer. De brandweer ging grootwatertransport aanleggen en daarvoor moet wegafzetting geregeld worden, omdat dit de doorgaande weg zou blokkeren. Hiervoor heb ik telefonisch contact gehad met de gemeente Oss en samen hebben we boa’s en verkeersregelaars geregeld.” Hiervoor hoeft Dewi niet ter plaatse te komen. Tot ongeveer een uur later het incident bij Vice Versa wordt opgeschaald naar grote brand en niet veel later de status GRIP 1 krijgt. “Bevolkingszorg wordt soms al vanaf middelbrand opgeroepen, dit hangt af van het type incident en of het bijvoorbeeld een maatschappelijke impact heeft of dat er voor bewoners of omwonenden veel geregeld moet worden. Bij GRIP 1 sluit Bevolkingszorg sowieso aan.”

Brand Vice Versa in Oss

Scenario denken

Zodra er een crisisteam (zoals bij GRIP 1) bij elkaar komt, wordt er ook altijd vanuit verschillende hulpdiensten vooruit gedacht. Scenario denken noemen we dat. Als de brand zich op deze manier ontwikkeld, wat dan? En wat als de brand escaleert? Of als de brandweer de brand niet kan houden en hij overslaat naar de naastgelegen panden of woningen? Allerlei scenario’s die zich voor kunnen doen en waar dus al kritisch naar gekeken wordt. “Een van de scenario’s was dat er giftige stoffen vrij konden komen en dat omwonenden zo snel mogelijk hun huis moeten verlaten. Het kan achteraf altijd meevallen, maar daar kan je op dat moment niet vanuit gaan.”

Dewi van den Heuvel

“Je vraagt wel of mensen hun huis achterlaten, hun spullen. Ze weten niet of ze ooit terug kunnen.”

Industriebrand Oss bij Vice Versa

Evacuatie

Het ging in eerste instantie om circa vijf woningen die ontruimd moesten worden. Een dag later kregen nog meer mensen het dringende verzoek hun woning te verlaten. “Dat gaat niet met grof geschut, maar samen met mijn collega Rob heb ik bij de mensen aangebeld met uitleg over de situatie en het verzoek of zij hun huis willen verlaten.” Dewi kreeg goede ondersteuning van haar collega in opleiding tot OvD-BZ. “En dat was achteraf geen overbodige luxe.” Of mensen ook direct hun woning verlaten als dit verzoek komt, daar kijkt Dewi twijfelend bij. “Je legt de ernst van de situatie uit, de omwonenden zien ook dat het pand voor hun huis in lichtelaaie staat.” Maar toch neemt niet iedereen het zo nauw met het advies van de hulpdiensten. “En dat is misschien ook niet gek. Wij zijn op de hoogte van alle ins en outs en weten hoe belangrijk het is om zo snel mogelijk uit deze omgeving te vertrekken. Maar je vraagt wel of mensen hun huis achterlaten, hun spullen. Ze weten niet of ze ooit terug kunnen, wat als hun huis ook afbrand? Zo’n gesprek voer je dan ook met empathie en geduld. We hebben de mensen ook uitgenodigd om samen met andere omwonenden bij elkaar te komen, zodat we de situatie helder uit konden leggen en mensen vragen konden stellen.”

Opvang regelen

De naam Bevolkingszorg zegt het al: zorg voor de bevolking. Als mensen hun huis uit moeten, dan ondersteunt de OvD-BZ bij het opvangproces, als dat nodig is. Want in eerste instantie leg je de verantwoordelijkheid bij de mensen zelf. Bevolkingszorg zorgt wel voor tussentijds contact met de mensen over de ontwikkelingen en geeft signaal zodra ze weer terug naar huis mogen. “Gelukkig konden de meeste bewoners terecht bij familie of vrienden. Dan hoef je daar verder niks voor te regelen. Maar we hadden ook te maken met twee andere gevallen. Een groep Poolse arbeidsmigranten die hier geen familie heeft. In afstemming met de gemeente Oss hebben we voor hen een hotel in de buurt geregeld. En een minder zelfredzame man die dagelijkse zorg aan huis heeft. Normaliter pakt de familie dan de zorgtaken over, alleen bij familie kon hij niet terecht. Uiteindelijk hebben we voor deze man een hotel geregeld.”

Zorg voor andere hulpdiensten

Hulpdiensten regelen voor belangrijke taken is één, maar daar hoort zorgen voor de aflossing ook bij. “Boa’s en verkeersregelaars waren na acht uur werken ook op. Zelf pleegde ik het ene na het andere telefoontje om te schakelen tussen diverse hulpdiensten. Vragen van de bedrijfseigenaren, van collega’s, van buurtbewoners; je bent continu aan het afstemmen en informatie aan het overdragen. Dat je ineens denkt: oh ja, de boa’s staan er ook al de hele dag, die moeten worden afgelost. Dat komt er dan ook nog bij. Om dus nog terug te komen op de rol van de OvD-BZ: heel gevarieerd.” 

Rol van de burgemeester

Als burgemeester heb je tijdens zo’n incident ook een belangrijke rol. “De burgemeester van Oss, Wobine Buijs-Glaudemans, pakte tijdens dit incident ook echt de rol van burgermoeder. Naarmate de tijd streek en het steeds duidelijker werd voor de brandweer naar welk scenario ze koersten, moet je ook de eigenaren en medewerkers van Vice Versa bijpraten. Zij stonden met veel verdriet en ongeloof toe te kijken hoe de brand hun hele bedrijf vernietigde. Ik organiseerde op vrijdagavond een kleine bijeenkomst voor de getroffenen van de brand, in deze de eigenaren en medewerkers van Vice Versa, de brandweer en de burgemeester. Het bedrijf tegenover Vice Versa gooide voor ons hun kantine open en voorzag ons van koffie en thee. Het scenario dat het familiebedrijf compleet zou afbranden werd steeds realistischer en dan moet je er echt voor de getroffenen zijn. Dat deed de burgemeester ontzettend goed en daar is naderhand veel dankbaarheid voor geweest.”

NL-Alert Vice Versa

Eigen aflossing

“In alle drukte en hectiek, vergeet je bijna om voor jezelf aflossing te regelen. Eigenlijk ben ik de enige die tijdens een piketweek dienst heeft, er is dan in principe geen andere OvD-BZ in dienst. De meeste inzetten voor de OvD-BZ duren enkele uren, maar geen dagen. Gelukkig waren mijn collega’s Jan, Coen en Arjan beschikbaar en wilde deze inzet graag samen met mij draaien, door mij af te lossen wanneer dat nodig was. Ook zij hebben heel veel ervaring, dus was het fijn om met hen te kunnen sparren en deze inzet als OvD-BZ samen succesvol te draaien. Maar het is ook lastig om weg te gaan van het incident. Je wilt alles meemaken, regelen en over alles meebeslissen. Maar dat is onverantwoordelijk en niet reëel.” Na 82 uur en 13 minuten werd het sein brandmeester gegeven. Dewi heeft van de ruim 82 uur 30 uur gewerkt.

Rookontwikkeling brand Vice Versa

Uitdagingen

Bij dit incident zijn zo veel verschillende functies, rollen en expertises aan zet geweest, dat ook de uitdagingen van een ieder verschillen. “Blijf bij je rol! Dat was voor mij een grote uitdaging. Zo heb ik taken van de politie overgenomen, die je als OvD-BZ prima aankan, maar eigenlijk niet tot jouw takenpakket horen. Het voelde ook heel natuurlijk om overal te helpen en ondersteuning te bieden. Als het om mensen gaat denk ik al snel: het moet nú en goed. Dus ik heb het niet als negatief ervaren, maar daardoor is het een kunst om je bezig te houden met ‘jouw’ proces.”

Nablussen brand Vice Versa

Loslaten is makkelijker gezegd dan gedaan

“Terwijl mijn collega mij had afgelost en ik thuis was, kon ik het niet loslaten. Daar zullen veel collega’s zich in herkennen. Ik heb onderhand elk uur het meldingssysteem uitgelezen, omdat ik zo benieuwd was naar de vorderingen. Ik wist dat ik over een paar uur weer terug ging, aan zet was als OvD-BZ, dus ik wilde me ook een beetje voorbereiden op wat me te wachten stond. Op zaterdag werd ik voor de laatste keer afgelost en op zondag heb ik vanuit huis en via Teams de nafase overgedragen aan de gemeente Oss. Het eind van het incident was in zicht en de nasleep was dan ook voor de gemeente. Ondanks dat dit de juiste werkwijze is en ik ook geen grote verantwoordelijkheden meer had, voelde het ook ontzettend als ‘over de schutting gooien’. De gemeente Oss is vandaag de dag nog steeds drukdoende met de nafase van de brand bij Vice Versa.

Dát blijft wel even hangen

Voor de meeste mensen van de brandweer, gemeente en ook voor Dewi is dit één van de (of misschien wel dé) meest bijzondere incidenten in hun carrière tot nu toe geweest. Maar waarom dan? “Het bijzondere of unieke aan dit incident is zonder twijfel de duur van het incident, ruim 82 uur zijn we met z’n allen aan zet geweest om de brand te bestrijden en de gevolgen ervan te beperken. En de frietkraam! Ik zie de brandweer, voornamelijk mannen, nog in de rij staan voor een broodje frikandel of kroket. En de frietbakker, hij gooide de dozen frikandellen echt naar zijn collega’s in de frietkar. Zo van: hup, doorbakken, de werklui hebben honger! Ik heb drie dagen van de frituur gegeten haha. Om 6 uur ’s ochtends zat ik aan een broodje kroket en tussen de middag aan een broodje frikandel. Toen kwam ik ’s avonds tijdens de aflossing bij mijn ouders aan, wat denk je? Weer friet! Dat vond ik vooral heel grappig. Ook zie ik een man die in de tweede ronde geëvacueerd moest worden nog in zijn voortuin zitten met een blikje bier. Hij zat te kijken naar de brand en vond het allemaal wel meevallen. ‘Waarom zou ik gaan? De brand is toch nog niet dichtbij.’ De rookpluimen trokken over zijn voortuin. Bizar dat mensen dan de ernst er niet van inzien. En de beelden van de brand, hoe verdrietig ook voor de betrokkenen, de uitslaande brand zo in de nacht was heel indrukwekkend om te zien.”

Brand Oss verkenning

 

Tijdlijn

 

04.29 uur – 3 mei

Eerste melding komt binnen bij de brandweer op de Meldkamer Oost-Brabant als buitenbrand Oss

Meldkamer caco

04.32 uur – 3 mei 

Geclassificeerd als middel brand

12.50 uur – 3 mei 

Geclassificeerd als grote brand

Grote brand Oss Vice Versa

13.18 uur – 3 mei 

Opgeschaald naar GRIP 1

Opgeschaald naar GRIP 1

17.00 uur – 3 mei 

Brand overgegaan van brand in gebouw naar gebouw in brand

Gebouw in brand Vice Versa in Oss

17.30 uur – 3 mei 

Brand escaleert naar massale uitslaande brand met enorme rookontwikkeling

Uitslaande brand

21.47 uur – 3 mei 

Opgeschaald van GRIP 1 naar GRIP 2

Van GRIP 1 naar GRIP 2

22.02 uur – 3 mei 

NL-Alert verstuurd. “Brand met veel rook op de Kanaalstraat in Oss. Blijf uit de rook! Sluit ramen en deuren. Zet ventilatie uit. Meer informatie op www.oss.nl”

NL-Alert Vice Versa

4 mei 

Vuur onder controle

Vuur onder controle

5 mei 

Ingezet op blussen van hotspots met eigen eenheden, blusrobot en grote waterwerper uit regio Rotterdam-Rijnmond

Blusrobot

6 mei – 12.45 uur

Officier van Dienst Brandweerzorg geeft na 82 uur en 13 minuten het sein brandmeester door aan de collega’s van de meldkamer

OvD geeft sein Brandmeester

7 mei 

Start nafase: opruimen, schoonmaken en herstellen van brandweermaterieel. Ook blijven de gemeentelijke processen vanaf dit moment nog door lopen

Nablussen

Juni

Gestart met de multi-evaluatie binnen de organisatie

Multi evaluatie

04.29 uur – 3 mei

Eerste melding komt binnen bij de brandweer op de Meldkamer Oost-Brabant als buitenbrand Oss

Meldkamer caco

04.32 uur – 3 mei 

Geclassificeerd als middel brand

12.50 uur – 3 mei 

Geclassificeerd als grote brand

Grote brand Oss Vice Versa

13.18 uur – 3 mei 

Opgeschaald naar GRIP 1

Opgeschaald naar GRIP 1

17.00 uur – 3 mei 

Brand overgegaan van brand in gebouw naar gebouw in brand

Gebouw in brand Vice Versa in Oss

17.30 uur – 3 mei 

Brand escaleert naar massale uitslaande brand met enorme rookontwikkeling

Uitslaande brand

21.47 uur – 3 mei 

Opgeschaald van GRIP 1 naar GRIP 2

Van GRIP 1 naar GRIP 2

22.02 uur – 3 mei 

NL-Alert verstuurd. “Brand met veel rook op de Kanaalstraat in Oss. Blijf uit de rook! Sluit ramen en deuren. Zet ventilatie uit. Meer informatie op www.oss.nl”

NL-Alert Vice Versa

4 mei 

Vuur onder controle

Vuur onder controle

5 mei 

Ingezet op blussen van hotspots met eigen eenheden, blusrobot en grote waterwerper uit regio Rotterdam-Rijnmond

Blusrobot

6 mei – 12.45 uur

Officier van Dienst Brandweerzorg geeft na 82 uur en 13 minuten het sein brandmeester door aan de collega’s van de meldkamer

OvD geeft sein Brandmeester

7 mei 

Start nafase: opruimen, schoonmaken en herstellen van brandweermaterieel. Ook blijven de gemeentelijke processen vanaf dit moment nog door lopen

Nablussen

Juni

Gestart met de multi-evaluatie binnen de organisatie

Multi evaluatie
Brand Vice Versa in Oss

 

Achtergrond artikel

 

 

In de nacht van 2 op 3 mei 2024 werd de eerste oproep aangenomen op de Meldkamer Brandweer Oost-Brabant voor een brand in Oss (regio Brabant-Noord). Het is een van de grootste branden in de geschiedenis van de regio waarbij alle 38 brandweerposten van Brabant-Noord zijn ingezet met op het hoogtepunt van de brandbestrijding een inzet van 250 hulpverleners en partners. Dit incident liep uit op een GRIP 2 en er werd na 82 uur en 13 minuten het sein brandmeester gegeven. Wat deze brand in regio Brabant-Noord zo groot en uitdagend maakte, vertellen we je graag aan de hand van specifieke processen.

 

Vice Versa in Oss

Wat was het voor een incident?

De brand ontstond bij Transport- en Logistiek koelbedrijf Vice Versa in Oss en werd op vrijdag 3 mei rond half 5 ’s ochtends gemeld, door medewerkers die in een van de koelmagazijnen rookverschijnselen waarnamen en 112 belden. De brand is door onbekende oorzaak uitgebroken in een grote ruimte, waar het -20 graden Celsius was. Deze ruimte lag vol met bevroren levensmiddelen die vlam vatten. Die melding was het startpunt van een van de grootste operationele inzetten ooit voor Brandweer en Veiligheidsregio Brabant-Noord.

 

Omliggende panden bedrijf Vice Versa

Wat maakte deze brandbestrijding uitdagend?

De omgeving waarin deze brand woedde was bijzonder. Namelijk in een vriesloods waar de temperatuur -20 graden Celsius was, maar ook de bouwwijze van het pand en de inrichting van de koelmagazijnen zorgden voor complexiteit. Dat maakte het werken in deze omgeving uitdagend. Daarbij was het pand van Vice Versa omringd door andere bedrijfspanden. Met man en macht hebben we ervoor gezorgd dat geen enkel ander pand is afgebrand.

Na een ongekend lange inzet van maar liefst 82 uur en 13 minuten geeft de OvD-B (Officier van Dienst Brandweer) op maandagmiddag 6 mei om 14:45 uur het sein brandmeester door aan de collega’s van de meldkamer.

Verloop van de brand in het kort

De brand begon klein. Op basis van de informatie die de brandweer meldkamercentralist doorkreeg van de melder, werd als eerste één tankautospuit gealarmeerd. Twee minuten later werd opgeschaald naar middelbrand, waarop ook de tweede tankautospuit en een hoogwerker uitrukten, evenals een watertankwagen en de OvD-B. Aan de eerste eenheden de taak zich een beeld te vormen van de situatie, de brandhaard te lokaliseren en de blussing in te zetten. Die opgave bleek niet zo eenvoudig.

De ingezette ploegen werden met belemmerende factoren geconfronteerd. Zo was de binnentemperatuur die -20 graden Celsius betrof een extra uitdaging, maar ook de bouwwijze van het gebouw: door de dichte constructie en dikke isolatielaag in de wanden en het dak kon van buitenaf geen warmte het pand in, maar warmte en rook bínnen de koelmagazijnen konden er ook niet uit. Om de ruimte maximaal te benutten, waren tonnen ingevroren vleeswaren en andere voedingsmiddelen opgeslagen in maximaal 20 meter hoge stellingen die, net als boekenkasten in sommige archiefgebouwen, tegen elkaar aan stonden. In één van die enorme stellingen midden in het magazijn zat een brandhaard, maar het was voor de brandweer bijzonder lastig vast te stellen waar die brandhaard precies zat, hoe lang deze zich al aan het ontwikkelen was en hoe ze er veilig bij konden komen. Naast de pogingen om de brand in de vriesruimte te blussen is er al vroeg in het incident voor gekozen om ook rekening houden met een scenario waarbij het gebouw volledig verloren zou gaan.

De brandhaard bleef, ondanks pogingen toegang te krijgen tot de kern, onbereikbaar en zich verder ontwikkelen. Met de hoogwerker werd het dak van het brandende gedeelte gecontroleerd en daar was aan de verzakking van de zonnepanelen te zien dat de dakconstructie aan het inzakken was. Dat was voor de brandweer een teken dat de brand zich aan het uitbreiden was naar de wanden en het dak van het pand. Gelukkig waren de eenheden die nodig waren voor een grootschalige inzet om uitbreiding te voorkomen al onderweg of ter plaatse.

Vanwege de complexiteit van de brand en de verwachte lange inzetduur, werd rond 13.00 uur in de middag opgeschaald naar grote brand en even later werd ook GRIP 1 (Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure) afgekondigd. De grootschalige branduitbreiding had ook effecten op de verdere omgeving. Er is drie keer een NL-Alert uitgezonden om bewoners in betrokken gebied te waarschuwen voor de effecten van de rook en neervallende verbrandingsresten. Vooral glas- en roetdeeltjes van de honderden zonnepanelen op het dak vormden een risico.

Vanaf het moment dat na bijna 83 uur het sein brandmeester werd gegeven, werd de brandweerinzet ook geleidelijk afgebouwd. Tijdens de langdurige sloop- en nablusfase werd een particuliere brandbestrijder ingezet voor het nabluswerk. Deze nafase heeft nog enkele weken geduurd, waarbij in de wijde omtrek van het bedrijf geruime tijd de doordringende geur van rottend vlees vanuit de smeulende puinhopen te ruiken was.

Brand Vice Versa in Oss

Gigantische vuurzee

De media kopte: misschien wel de grootste vuurzee in Oss in vijftig jaar. Het komt zelden voor dat een vuurzee na meer dan 24 uur nog steeds niet onder controle is. Enorme rookwolken waren in de wijde omtrekt te zien en brandresten en zonnepanelenresten streken tot kilometers ver neer. De ravage was overweldigend.

Tijdens zo’n groot incident waarbij ook de omgeving betrokken is, gaan er meer processen lopen naast het brandweerzorgproces. Een belangrijk proces hierin is het hoofdproces bevolkingszorg.

Processen bevolkingszorg

Wat is bevolkingszorg?
Gemeenten hebben als onderdeel van het openbaar bestuur een algemene zorgplicht voor hun inwoners en vervullen daarmee een essentiële rol in de crisisbeheersing. De maatregelen en voorzieningen die gemeenten nemen met het oog op een ramp of crisis worden bevolkingszorg genoemd.

Impact op de omgeving

Een brand als deze heeft natuurlijk veel impact op de omgeving. Bevolkingszorg wordt er al snel bijberoepen. In eerste instantie ter plaatse als onderdeel van het multidisciplinaire team in het commando plaats incident (CoPI). De voornaamste focus is op dat moment de direct omwonenden. Wat moet er allemaal geregeld worden voor direct omwonenden die voor hun veiligheid ergens anders ondergebracht moeten worden? Maar ook voor de rest van de omgeving. Moeten er nog meer mensen opgevangen worden? Zitten er kwetsbare objecten in de buurt waarvoor iets geregeld moet worden? Moeten wegen of gebouwen afgezet worden? Hoe zit het met het pand? De burgemeester en de collega’s van de gemeente Oss moeten geïnformeerd worden. Het terrein moet bewaakt worden. De buitendienst van de gemeente moet de directe omgeving van de brand schoonmaken. Hoe wordt het vervuilde bluswater afgevoerd? Allerlei vraagstukken waar bevolkingszorg mee bezig is, waarbij ze samenwerken met partners als de brandweer, politie, GHOR, gemeente, Rijkswaterstaat en de waterschappen. Ook komt er een communicatieadviseur ter plaatse die naar de buitenwereld communiceert over de bestrijding ter plaatse en die het CoPI adviseert over de communicatieaanpak van het incident.

Brand Vice Versa in Oss

Organiseren van een informatiebijeenkomst

Vanuit het CoPI is een informatiebijeenkomst georganiseerd op de eerste avond van het incident voor de eigenaren van Vice Versa en hun vrienden en familie. Zij stonden immers vanaf het begin van de zijlijn naar de brand te kijken. Tijdens deze bijeenkomst is de burgmeester van Oss uitgenodigd en zij heeft samen met de brandweer de betrokkenen toegesproken en uitgelegd waar de brandweer nu precies mee bezig was. Dit alles om hen een hart onder de riem te steken.

NL-Alert Vice Versa

Crisiscommunicatie

Omdat deze brand zo groot en complex was met veel taken, is bevolkingszorg verder opgeschaald. Het dienstdoende Hoofd Crisiscommunicatie, die eindverantwoordelijk is voor de communicatie over het incident, wordt bij een incident al in de voorfase geïnformeerd door de communicatieadviseur ter plaatse in het CoPI. Deze is dan al volledig op de hoogte in het geval van een opschaling en kan direct aan de slag. Het actiecentrum crisiscommunicatie komt dan op in het meldkamergebouw in ‘s-Hertogenbosch en gaat aan de slag met het bepalen van een communicatiestrategie en het maken van middelen voor de crisiscommunicatie.

Ook de sectie bevolkingszorg komt op in het meldkamergebouw en gaat aan de slag met onder andere de processen Omgevingszorg, Publieke Zorg, het opstarten van de nafase en het regelen van aflossing. Deze brand duurde lang, dus er is meermaals aflossing geregeld voor de betrokken functionarissen. Dat de interne communicatie goed loopt is essentieel, maar de buitenwereld goed meenemen is net zo belangrijk.

Media-aandacht

Bij zo’n groot incident weet je: hier komen veel persvragen over. Team communicatie van veiligheidsregio Brabant-Noord heeft een newsroom en zij hebben direct online de omgeving gescand, op die manier weten we hoe de buitenwereld de brand beleeft en wat de vragen zijn die mensen hebben. Hoe actief is het op sociale media, hoe wordt er van buitenaf naar de brandweer gekeken en wat schrijft de pers? Vanaf het moment dat de brand zich uitbreidde tot het goed zichtbaar was voor de buitenwereld, stond de telefoon roodgloeiend. Verschillende media benaderen ons met vragen als: wat is er aan de hand? Wat staat er in brand? Zijn er slachtoffers? Wat is de oorzaak? Waarom wordt er zo groots opgeschaald? Allerlei vragen die medewerkers van de newsroom afstemmen met de communicatieadviseur die aan zet is in het CoPI. Ondertussen zijn de communicatiemedewerkers ook bezig met webcare om vragen die via sociale media gesteld worden te beantwoorden. Later, in de nafase van het incident is het nog niet klaar met persvragen. Deze worden dan afgestemd met afdeling preparatie van de brandweer en de gemeente Oss.

Overdracht naar de gemeente

Zodra het incident meester is, wordt een geschikt moment gezocht waarop het incident overgedragen kan worden naar de incidentgemeente en eigenaar van het bedrijf. Bevolkingszorg is hiervoor initiatiefnemer voor de overdracht richting de gemeente, maar dit is een multidisciplinaire samenwerking. Vanuit verschillende kolommen zoals waterschap, brandweer en politie worden contactpersonen aangeleverd. En wordt er aangegeven welke acties overgedragen worden naar de betreffende gemeente en eigenaar. Dit is nog best een complex proces wat veel zorg en aandacht verdient. Het is een uitdaging om het incident zo over te dragen dat de gemeente en eigenaar de klus goed over kunnen nemen. Bij Vice Versa is de dagen na de overdracht nog nauw samengewerkt met de gemeente vanuit verschillende processen bij bevolkingszorg, brandweer en communicatie.

Brand Vice Versa in Oss

Rol van de verzekering

Voor de eigenaar treedt de verzekeraar vaak op als ondersteuning en belangenbehartiger. Bij het begin van het incident wordt dit gedaan door een vertegenwoordiging van de gezamenlijke verzekeraars. Stichting Salvage neemt dan deel aan de overleggen en coördineert namens de eigenaar de eerste acties om de schade zoveel mogelijk te beperken. Daarna wordt deze rol overgenomen door de eigen verzekeraar en die zorgt er met de eigenaar voor dat de sloop en nabluswerkzaamheden konden plaatsvinden.

Brand Vice Versa in Oss

Rol van de brandveiligheid adviseur

Het pand van Vice Versa is volledig afgebrand en moet opnieuw opgebouwd worden. Dan zetten onze collega’s van de sector risicobeheersing hun rol als brandveiligheidsadviseur in om mee te denken en de bedrijfseigenaar en architect te adviseren over een ontwerp. We zetten onze expertise in met als doel een pand te laten bouwen wat zodanig brandveilig is, dat een brand van deze omvang niet nog eens voor kan komen en wellicht delen van het gebouw behouden kunnen blijven bij een eventuele brand. Hiermee zal ook de maatschappelijk overlast worden beperkt en is er niet nog eens zo’n omvangrijke brandweerinzet nodig.

We proberen daarbij verder te denken dan alleen de wetgeving, die alleen zegt dat de brand niet mag overslaan naar andere panden en er geen slachtoffers mogen vallen. Maar ook de eerdergenoemde gevolgen in een zogenoemd risicogericht advies te verwerken naar het bevoegd gezag en de ontwikkelaar.

Naast de massale eigen inzet, zijn er ook vanuit andere regio’s specialismen ingezet, zoals een digitaal verkenningsteam met een blusrobot en drone, “Bigfan”, redvoertuigen, specialistisch industriebrandbestrijdingsvoertuig, grootschalig watertransporten, waterbakken en reguliere brandbestrijdingspelotons.

En laten we de meldkamer niet vergeten, de plek vanuit waar alles in gang werd gezet op donderdagnacht. De brandweercentralisten zijn in eerste instantie ontzettend druk geweest om alle meldingen van deze brand aan te nemen en de enorme brandweerinzet te coördineren. Vanuit de verschillende diensten in de meldkamer is samengewerkt en de Calamiteiten Coördinator (CaCo) heeft de inzet van de verschillende hulpdiensten gestroomlijnd en de rampbestrijdingsprocessen zoals crisiscommunicatie en bevolkingszorg aangestuurd.

Succesvolle inzet

Het was een succesvolle inzet, waarbij is voorkomen dat er in de omgeving andere gebouwen bij de brand betrokken zijn geraakt. De meldkamer heeft zowel regionaal en interregionaal opgeschaald en de crisisorganisatie is op verschillende manieren ingezet.

Feitjes en cijfers

  • Al onze 38 posten zijn ingezet, sommige zelfs vaker
  • Er zijn vanuit alle veiligheidsregio’s in Brabant, Veiligheidsregio Gelderland Zuid en Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond verschillende eenheden ingezet
  • Tijdens de piek van het incident waren er circa 250 krachten tegelijk ter plaatse aan het werk (brandweer, collega’s van de veiligheidsregio en partners)
  • Rook en vuur tot zeker 14 km vanaf plaats incident te zien

Maar niet alleen onze mensen zijn ingezet, er is ook enorm veel brandweermaterieel aan te pas gekomen om deze brand onder controle te krijgen.

  • 142 ingezette eenheden binnen regio Brabant-Noord
  • Alle redvoertuigen van regio Brabant-Noord zijn ingezet, zelfs op één moment allemaal tegelijk
  • Al het watertransport van regio Brabant-Noord is ingezet
  • 20 ingezette eenheden vanuit andere regio’s (Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost, Midden- en West-Brabant, Gelderland-Zuid en Rotterdam-Rijnmond)

Waar de inzet van de brandweer maandagmiddag 6 mei ophield, ging de operationele voorbereiding volop door.

  • 125 brandweerslangen getest en gewassen
  • 55 brandweerslangen afgekeurd door lekkage
  • 10 grootwatertransport slangen geschrobd en gewassen